Ik wilde een verhaal schrijven, maar het lukte me niet om een verhaal te schrijven. Daarom schreef ik me in voor een cursus proza bij de Schrijversvakschool. Je hebt daar ook de cursus roman schrijven. Ik heb op eigen houtje al twee romans geschreven de afgelopen 20 jaar. Die vond ik eigenlijk te slecht om aan iemand te laten lezen. Maar ik deed het toch. De afwijsbrieven bevestigden mijn oorspronkelijke vermoeden. Ik dacht, laat ik nu eerst eens een kort verhaal proberen. Proza, zoals ze het op die school noemen. Je rent ook eerst 5 kilometer, voordat je de marathon probeert.
Mijn klasje kwam acht keer bij elkaar in een krakkemikkig pand aan de Herengracht. Sommige andere cursisten waren pas net begonnen met schrijven. Wij waren de eersten die ooit iets van hen lazen. Anderen waren met een roman bezig en gebruikten de cursus om een hoofdstuk af te maken. Dat vond Rashid eigenlijk niet goed, maar hij kon er weinig tegen doen.
Twee mensen zeiden afzonderlijk van elkaar dat ze ‘een succesroman’ wilden schrijven. Deze term bleek afkomstig van oud-cursist Michael Pilarczyk, die met hulp van de Schrijversvakschool een succesboek over succes had geschreven. Deze cursisten waren vooral bezig om zoveel mogelijk lezers te krijgen. Ze stelden vragen als: hoeveel woorden heeft een boek eigenlijk? En: hoe schrijf je als een echte schrijver? Hoe kom ik aan een uitgeverij? En wat verdien je dan? Ik durfde niet te vertellen dat ik al twee mislukte romans en een daadwerkelijk gepubliceerd non-fictie boek verder was. Ik wilde geen aandacht op mezelf richten.
Onze docent was Rashid Novaire, een fijne, zachtaardige schrijver, met een analytische kijk op verhalen en kritiek die enkel opbouwend kon zijn. Dat laatste was niet vanzelfsprekend. Een andere leerling, die bij Rashid aan haar derde cursus begon, vertelde dat docenten er ook met een gestrekt been in kunnen gaan. Haar werk was wel eens finaal afgebrand. Ze had huilende mensen gezien. Velen haalden toen de eindstreep niet.
Bij ons haalde ook niet iedereen de eindstreep. Ik denk dat het niet toevallig was dat dat de aspirant succesboekenschrijvers waren. Fictie schrijven gaat over doorzettingsvermogen, niet over succes. Dat wist ik wel, maar doe het maar eens. Fantaseren over een kant-en-klaar eindproduct en een juichende massa is een val waar ik ook nog wel eens intrap.
Ik schreef in die acht weken een verhaal over een zoon die zijn oude vader bezoekt en een trauma probeert te bespreken. Het gaat over verwaarlozing, een onveilige jeugd. Het was niet autobiografisch, maar bevatte toch meer autobiografische elementen dan ik had gewild. De opbouwende kritiek was dat het een goed geschreven verhaal was, maar dat er misschien wat meer mysterie in mocht. Ik moest niet alles willen uitleggen. Laat in je tweede versie wat te raden over aan de lezer, zei Rashid. Het lukte me niet om die tweede versie te schrijven. Ik vond de eerste al een succes.