Tachtig

In Den Haag zag ik een voorstelling over een man die tachtig werd, kerngezond was en het leven niet meer zag zitten. Er was een pauze. Ik dronk twee glazen witte wijn. Ik ontliep iemand die ik kende. Ik keek naar mijn e-mail. Er was een nieuw mailtje over de toestand van mijn oom. Hij was ingetrokken in de hospice. Hij had daar een mooie kamer gekregen, met uitzicht op een tuin, en de verzorging was erg lief.

In de trein praatten twee jongens uit Leiden over hoe je een ‘chick’ zo ver kan krijgen om het zonder condoom te doen. Volgens de een moest je haar duidelijk maken dat je met condoom net zoveel risico loopt als zonder. De ander had veel succes door eerst een tijdje te knuffelen en het dan te vragen. ‘Werkt altijd,’ zei hij. Ik moest denken aan de tijd dat ik in een studentenhuis in Leiden woonde. Ik probeerde me te herinneren hoe ik oud ik toen was. Eenentwintig of tweeëntwintig. Ik wist het niet meer.

4 februari 2014