Gisteren deden we een experiment. De kinderen waren een dag de baas. Carnaval dus: de slaven zijn een dag vrij en zeggen tegen de meesters wat ze moeten doen.
Het is een klassiek experiment. Niet enkel een opvoedexperiment. Laat ze een dag ruiken aan de verantwoordelijkheden die erbij komen kijken als ‘baas’ en ze denken de volgende keer wel twee keer na als ze in opstand willen komen.
Het leek me ook gewoon leuk.
Het is een goed en memorabel slot na acht weken onafgebroken thuis zijn met zijn vieren. Ik kreeg het idee al in de eerste week. Acht weken overigens, die boven verwachting goed en soepel verliepen. Ik werd niet vaker boos dan normaal.
Toen we het experiment begin van de week aankondigden, reageerde vooral Fabian (6) enthousiast. Jaaa, alleen maar gamen. Dat waren zijn exacte woorden.
Zijn jongere zus Dido (3) was in haar nopjes met het gamen, maar leek niet geïnteresseerd in een rol als baas. We besloten dat alleen Fabian de rol van baas op zich zou nemen. Hij beloofde dat hij zijn zus telkens mee zou nemen in de besluitvorming.
Dit gebeurde er gisteren:
6:30: Fabian is een half uur voor de wekker opgestaan om het dagschema te maken.
7:00: Het dagschema wordt gepresenteerd (en vertaald). Verrassing. Er blijkt maar twee uur gamen op te staan. Tussen 13:00 en 15:00. Dat is een uurtje meer dan normaal (in deze coronatijden). Verder lijkt het verdacht veel op het normale schema.
9:00: Begin van de dag. We wijken gelijk van het schema af. Toch gamen. Gelukkig heb ik de tablets helemaal opgeladen vannacht. Ik maak het balkon schoon en lees een boekje.
10:00: Fruit, zoals normaal. Fabian haalt zijn zus van de tablet af. Ze luistert meteen!
10:15: Buiten spelen wordt binnen spelen. Fabian bouwt een stad van lego. Ik werk met Dido aan een moederdagknutselwerk. Fabian wil dat niet doen. Dat is jammer, maar ik kan hem niet dwingen nu.
10:30: Fabian vraagt of ik voor hem iets wil knutselen dat hij zondag kan geven. Ok.
11:00: Fabian wil alleen op zijn kamer spelen en niet gestoord worden. Prima.
11:30: Hij is klaar met alleen spelen. ‘Ik wil niet meer de baas zijn. Kan jij zeggen wat we nu gaan doen?’ Ik wil dit weigeren, zo makkelijk geven we niet op. Maar ja, ik mag vandaag niks weigeren. Dus ik stel voor dat we naar Kinderen voor kinderen gaan luisteren. We luisteren naar Kinderen voor kinderen.
12:00: Lunch met zakjes chips. Idee van Dido. Fabian keurt het goed. Hij wil weer de baas zijn.
13:00: Irene neemt het van mij over. Het gamen begint weer. Irene leest een boekje.
14:00: Dido is al klaar met gamen. Fabian raakt er ook op uitgekeken, maar gaat toch door.
15:00: Hele zak met lolly’s wordt opgegeten. Iedereen is blij dat het gamen klaar is.
15:30: We vragen Fabian wat hij vanavond wil eten. Na overleg met zijn zus kiest hij niet voor pannenkoeken (die lust zij niet) maar pizza’s. Die lusten ze allebei. Schattig.
16:00: Irene stelt voor om naar buiten te gaan met waterballonnen. Fabian keurt het plan (bij gebrek aan andere ideeën, lijkt het) goed en zegt dat we nu naar buiten gaan. Dit is bijzonder, want normaal is er altijd weerstand als hij naar buiten moet.
18:00: Pizza’s. Er wordt meer gegeten dan ooit en het is gezellig. Einde experiment.
Experiment geslaagd.
Er werd minder gesnoept en gegamed dan ik van tevoren had gevreesd. Iedereen was uitermate relaxed. Er was bijna geen weerstand en zelf voelde ik geen frustratie.
Dat laatste was de grootste winst, wat mij betreft. Het was ook een van de belangrijkste redenen voor dit experiment.
Ik word te snel boos bij weerstand van de kinderen. Ik wil te rigoureus vasthouden aan afspraken en structuren.
Dit experiment was, zo realiseer ik me gek genoeg pas achteraf, vooral ook een experiment voor mezelf. Lukt het me om de regels los te laten? Lukt het me om mijn woede in te houden? Binnen de context van dit experiment wel, zo blijkt. Met dank aan een zoon met een goede realiteitszin, zo blijkt ook.