Commode

We verkochten de commode. Zes maanden stond het loodzware
kastje te koop op internet voordat Josiah reageerde. Of we die ‘dresser’ nog te
koop hadden staan. Zeker. En of we hem ook konden bezorgen? Binnen Amsterdam? Prima.
En wat kost hij eigenlijk? 75 euro. ‘Perfect!’

En dus reed ik afgelopen zaterdag door de stad met een platgeklapte
achterbank en negentig kilo commode achterin. Onderweg kreeg ik van Josiah een berichtje.
Of ik hem wilde bellen als ik er was, want de buzzer deed het niet meer. Ik
parkeerde onderaan een groot gebouw met minstens acht verdiepingen. Ik belde Josiah
en begon vast de onderdelen uit te laden. Het duurde zeker vijf
minuten voordat hij beneden was. Als er maar wel een lift in dat gebouw zat, die
liefst ook nog werkte.

Josiah schudde me de hand. Er was zeker een lift en hij
werkte. We brachten alle commode-onderdelen naar zijn verdieping op zes hoog. Ik
vroeg Josiah of hij binnenkort vader ging worden. Hij keek me aan alsof ik een
grap had gemaakt. Nee, zei hij, deze is gewoon voor mezelf. Ik heb een kast
nodig. Ik vertelde dat we de commode hadden gebruikt als aankleedplek voor onze
kinderen. Hij vond het fascinerend. Hij had nog nooit gehoord dat iemand een ‘dresser’
zo gebruikte. Hoe is dat nou? vroeg hij. Wat? Kinderen hebben, hoe is dat nou?
Ik moest lachen om de vraag. Leuk, zei ik maar.

Het appartement was netter dan ik had
verwacht. Josiah vertelde me dat hij onlangs uit Canada was gekomen om hier in
Amsterdam aan de Rietveld Academie te kunnen studeren. Hij was ingetrokken bij
zijn broer, die ook aan de Rietveld studeert, en diens vriendin. Hij en zijn
broer maken keramiek voor restaurants. Toen liet hij mij zijn kamer zien: acht
vierkante meter met een matras op de grond en overal kleren. Een kastje was inderdaad
geen overbodige luxe. Dit is het eerste meubelstuk dat ik ooit heb gekocht, zei
Josiah trots. Hij was nu zesentwintig.

Ik vroeg me hardop af wat mijn eerste meubelstuk was.
Waarschijnlijk het bed dat ik met Irene kocht bij IKEA. Toen was ik
vierentwintig of zoiets. Josiah moest niks hebben van IKEA. Die winkel vond hij
shit.

Samen zette we de commode in elkaar. Ik had twee schroevendraaiers
meegenomen, een voor de grote en een voor de kleine schroeven. Daar was Josiah
erg blij mee, want hij had zelf geen schroevendraaiers, dacht hij. Toen hij zag dat de
lades een soft-close-systeem hadden, was hij helemaal onder de indruk. Schitterend
vond hij het, en hij kon niet stoppen met de lades open en dicht doen.

Toen ik wegging, keek ik nog een keer achterom door het raam
naar binnen. Josiah zat in kleermakerszit op de grond met zijn nieuwe commode
te spelen. Ik liep met mijn schroevendraaiers in een plastic zakje naar de auto
en voelde me opeens heel erg volwassen. Het voelde niet slecht.

10 februari 2020