Wendag

Vandaag was een wendag. Ik fietste door de stad. Mijn dochter
was voor de tweede keer in haar leven op het kinderdagverblijf. Een halve
dag hadden we afgesproken, om te wennen. Ik zou haar om half drie ophalen. Het was
twee uur en ik fietste door de stad van mijn werk naar het kinderdagverblijf.
Het was koud. Ik fietste tegen de wind in, langs het IJ en de kou sloeg me in
het gezicht. Er was veel verkeer, dat was altijd zo op vrijdagmiddag, maar toch
raakte ik weer geagiteerd. Een auto sneed me af op de Haarlemmerdijk. Verderop versperde
een bakfiets het fietspad. Ik moest denken aan de longkanker van de
burgemeester, waarover ik net had gelezen. De burgemeester was een paar maanden
geleden gestopt met roken. Ik vroeg me af hoe mijn dochter het had gedaan. Zou
ze al gewend zijn aan de nieuwe omgeving en de nieuwe mensen? Kinderen wennen
zo snel, hoorde ik de laatste tijd. Niet alleen kinderen volgens mij. Een leven
lang moet je wennen aan veranderingen. Mijn dochter moest dus ook leren wennen,
dacht ik, ze moest wennen aan het wennen. Vandaag zou zeker niet haar laatste
wendag zijn. Ik was er om precies half drie. Het was allemaal heel goed gegaan.
Ze had maar een klein beetje hoeven huilen.

27 januari 2017