Verhaal

August Willemsen viel. Vijftig meter van zijn huis in
Amsterdam Zuidoost lag August Willemsen op het fietspad, niet in staat te
bewegen. In het plastic tasje dat hij bij zich droeg, zaten vier net
aangeschafte flessen wodka en anderhalve liter Fanta om de smaak weg te
spoelen. Onbekenden sleepten hem mee en zette hem op de grond bij het
metrostation. Twee agenten belden de GG&GD. In de ambulance was het
verrukkelijk warm. In het AMC constateerde men, naast onderkoeling en
ondervoeding, een gekneusde elleboog en een gebroken heup. Dezelfde dag
opereren zat er niet in, omdat het bloed van August Willemsen zó verdund was
door de alcohol dat hij uit het kleinste sneetje helemaal zou leeglopen. Een
heerlijke week in het ziekenhuis volgde, met veel slaap en goed eten. Na negen
dagen werd hij ontslagen en begon een lange periode van revalidatie in een
oord in het Gooi. Daar begon August Willemsen notities te maken over de
oorzaken en gevolgen van zijn val. Ook schreef hij over de andere patiënten. Hij
laakte het geouwehoer, het geklaag en het apathische kijken naar RTL4 op zijn
afdeling. Hij voelde zich beter dan de anderen en dat schreef hij zonder gêne
op. Hij schreef zijn bevindingen op een ‘elektronische portable met een
geheugen van een halve bladzij A4 zonder interlinie of driekwart bladzij met
interlinie.’

24 augustus 2017