Trompet

Ik was in Den Haag en ik had twee uur over en ik besloot die tijd door te brengen in de Intertoys. Om de winkel te bereiken moest ik met een trap naar beneden. Daar, diep onder de grond, deelde de Intertoys een fel verlichte ruimte met de Xenos. De Xenos liet ik rechts liggen. Ik liep door het metalen poortje de speelgoedwinkel in. Ik slenterde een tijdje over de Lego-afdeling en bekeek verpakkingen. Ik keek naar de andere mensen in de winkel. Ik zag een jong stel met een kinderwagen waarin een baby lag te slapen. Ze waren hooguit 20 allebei. Hij zat onder de tatoeages en sjokte voorovergebogen door de Intertoys. Zij had een spijkerbroek met modieuze gaten: meer gat dan broek was het. Allebei hadden ze een telefoon in de hand waarop ze regelmatig keken terwijl ze duur elektronisch speelgoed uitzochten. Een oudere man vroeg aan een medewerker van de Intertoys om uitleg over de plastic driewielers. Op de gamesafdeling zaten drie tieners met een controller in de hand elkaar aan te stoten achter een monitor. Gillend en lachend speelden ze een spelletje dat ik niet begreep. Ik was hier om een speelgoedsaxofoon te kopen voor mijn zoon. Ik zag een speelgoedtrompet hangen die ik mooier vond en besloot die te kopen. Achter de kassa stonden twee blonde meisjes. Ze hadden het over hun contracten, over de voorwaarden waaraan ze moesten voldoen om recht te hebben op ww. Ze roddelden over een collega en vroegen zich af of die met haar tijdelijke contract makkelijk ontslagen kon worden. Waarom niet, zei de ene, als je je werk slecht doet kunnen ze je toch zeker ontslaan? Ik liet mijn speelgoedtrompet inpakken. Het meisje wenste me een goede middag. Ik glimlachte vriendelijk en nam de trap terug naar boven.

3 mei 2016