Spacekid

Ik was jarig en ik kreeg mijn zoon op bed. Mijn vrouw zong ‘Lang zal hij leven’. Daar moest hij om lachen. Ze had hem het Spacekid-shirt aangetrokken. Op het shirt stond een afbeelding op van een baby-astronaut die door de ruimte vliegt, met op de achtergrond een maanlandschap vol kraters. Ik vond het een mooi shirt. Ik was het bestaan ervan alweer vergeten. Nu was hij vier maanden oud en bleek het te passen.

Het eerste cadeautje dat ik die dag kreeg, was een sliert kwijl in mijn nek van mijn zoon. Ik zette hem op mijn buik, met zijn rug tegen mijn opgetrokken benen. Hij keek geconcentreerd toe terwijl ik cadeautjes uitpakte. Hij greep steeds naar het felgekleurde cadeaupapier en probeerde het in zijn mond te stoppen. Het Spacekid-shirt raakte doorweekt van het kwijl.

Voor mijn drieëndertigste verjaardag kreeg ik nieuwe pedalen voor op mijn racefiets en anti-rimpel crème. De nieuwe pedalen had ik zelf om gevraagd. Sinds enkele jaren had ik een racefiets maar ik reed er weinig op. Ik kon niet overweg met de klikpedalen. Het gebeurde meerdere malen dat ik mijn voeten niet tijdig loskreeg van de pedalen, tot stilstand kwam voor een stoplicht en vervolgens met fiets en al omviel. Ik stopte met fietsen.

De racefiets was een gevraagd cadeau toen ik dertig werd, een belofte aan mezelf om gezonder te gaan leven. Ik werd er niet jonger op. Met de nieuwe, normale pedalen wilde ik het weer proberen.

De anti-rimpel crème was een grapje van mijn vrouw. Ik zei dat ik er wel om kon lachen. Daarna zette ik koffie. Ik schreef wat op mijn laptop in de kamer. Mijn zoon maakte geluiden in de box. Ik keek naar de felicitaties die binnendruppelden op Facebook en ik trakteerde mijn zoon op een flesje opgewarmde melk. Een deel van de melk spuugde hij weer uit over het Spacekid-shirt. Ik kleedde hem om en daarna gingen we naar buiten om een verjaardagstaart te kopen. 

20 augustus 2014