Sigaret

We reden naar Maastricht voor een voorstelling en we moesten nog eten. In het theater daar kan je goed eten. We parkeerden de auto en gingen gelijk naar het theater. Ik bestelde een salade en met enige moeite geen bier. ‘Niet gelijk kijken,’ zei Irene geamuseerd. ‘Maar daar zit iemand te vapen.’ Ik nam een slok van mijn cola en draaide me langzaam om. Aan de grote leestafel zat een dikke man achter een laptop met een glimmende, elektronische sigaret in zijn hand. Af en toe nam hij een haal en dan blies hij de stoom uit zijn mond. Hij keek er bij alsof het allemaal heel normaal was. ‘Quit smoking, start vaping,’ zei Irene.

Toen de voorstelling begon, bleef de dikke man aan de leestafel zitten vapen. We hadden twee speciale persstoelen toebedeeld gekregen. De medewerker van de toneelgroep leidde ons erheen. Hij schrok toen bleek dat een van de twee bezet was door een recensent van een andere krant. Hij stuurde de recensent streng naar een andere rij met middenin één lege stoel, die net als de onze bedekt was met een zwart lapje met het woord ‘pers’ erop. Mensen keken ons aan. De recensent van de andere krant wendde zijn blik van ons af. Het was ongemakkelijk. De voorstelling duurde anderhalf uur. Toen we weer naar buiten kwamen, was de dikke, vapende man verdwenen. Er waren geen premièredrankjes. We reden in een ruk terug naar huis.

17 maart 2014