Pitjes

Ik was alleen thuis en er waren geen opdrachten om aan te werken. Ik at een mandarijn. De mandarijn had tot mijn teleurstelling pitjes. In elk partje zaten er minstens twee. In het laatste partje zaten er zelfs vijf. Alsof de mandarijn het zo had uitgekiend. Ik spuugde ze allemaal uit in een schaaltje. Daarna telde ik ze. Het waren er zesentwintig. Dat vond ik veel. Als de mandarijn uit negen partjes had bestaan, dan zaten er gemiddeld 2.9 pitjes in een partje. Dat had ik uitgerekend op mijn telefoon. Ik moest denken aan een jeugdvriend. Hij verzamelde keitjes die hij op straat vond. Hij had meerdere pindakaaspotten vol. Hij verzamelde ook veertjes, afgeknipte nagels en snotjes. Hij bewaarde alles in pindakaaspotten. Ik vroeg me af wat er met al die potten was gebeurd. Ik staarde een tijdje naar de pitjes in het schaaltje. Even dacht ik een patroon te herkennen. Toen gooide ik ze alle zesentwintig weg.

6 januari 2015