Zaterdagmiddag haalde ik een jeugdvriend op van station Sloterdijk. Op een terrasje spraken we over mensen die we kenden die overleden waren en over mensen die we kenden die we al jaren niet gezien hadden. Waar we het over eens waren: als wij elkaar zien, soms na vele maanden, dan gaat het gesprek dat we al dertig jaar voeren gewoon weer door vanaf de zin waar we de vorige keer gebleven waren. We stelden ons voor dat onze kinderen, als ze groot zijn, elkaar zouden ontmoeten in het café waar wij nu zaten en het over ons zouden hebben. Wat zouden ze dan over ons zeggen? Dat we oud geworden zijn, waarschijnlijk. Dat de wereld veranderd is en wij niet. En dat dat goed is.