Maandagochtend werd ik gewekt met een levensgrote, opgeblazen 4 en dito 0 in mijn bed. Er sprongen kinderen om me heen met nog meer ballonnen en er waren cadeautjes. Ik was half wakker. Ik had liggen luisteren naar de geluiden van slingers die opgehangen worden, koffie die gezet wordt en kinderen die hun opwinding niet konden inhouden: Mama! Mama! Mama! Waar zijn de cadeautjes?! Beter wordt een verjaardag niet: in je eentje luisteren naar de voorbereidingen. Wel de aandacht, nog niet de realisatie dat het moment nu echt daar is.
Toen was het zover. Ik was jarig. Veertig. Mijn dochter noemde het een aantal keer foutief dertig. Ik ging haar niet de hele tijd verbeteren. Irene had ook niet die behoefte. Ik kreeg cadeautjes: een workshop dieren opzetten, een boek over haaien vangen, boekenleggers in de vorm van boombladeren en een bosgids, zodat ik voortaan tijdens onze 40+-wandelingen het verschil weet tussen de Kastanjeboleet, Satansboleet en Gewoon eekhoorntjesbrood. Handig.
Ik detecteerde een duidelijk natuurthema in de verzameling cadeautjes. Waarschijnlijk ben ik de laatste jaren steeds hoger gaan opgegeven over de natuur. Waarschijnlijk moet ik me als veertigplusser nu gaan voorbereiden op de onvermijdelijke uittocht uit de stad, de natuur in. Een plekje zoeken waar het goed toeven is. Zeggen veertigplussers dat zo? Ik zal me niet verzetten.
Een half uur later was de opblaas-0 al geknapt, omdat mijn zoon erop was gesprongen. Dat kon ik interpreteren als een onheilspellend signaal, maar dat deed ik niet. Kom op, zeg, ik ben nu toch volwassen.
We gingen die dag naar een pretpark. De keuze van het gezin was gevallen op Koningin Julianatoren nabij Apeldoorn. Ik vond dat prima. Mijn verjaardag vier ik al jaren alleen met mijn gezin. Ik zie zelf namelijk geen reden voor een feestje. Mijn kinderen wel, dus dat krijgen ze dan ook. We stapten met zijn allen in de Skoda Fabia stationwagen, een auto die prima bij mijn nieuwe leeftijd paste, vond ik. We reden over heuvelachtige wegen de Veluwe op, waar ik vanachter het stuur ongetwijfeld een paar opmerkingen maakte over de prachtige natuur. En wat zou een huis hier eigenlijk kosten?
Julianatoren was een compact en, dankzij de coronamaatregelen, niet overvol pretpark, met vooral attracties voor jonge kinderen. Lekker rustig hier. Dat heb ik die dag wel tien keer gezegd, denk ik. De wachtrijen waren kort. De ritjes in de attracties waren kalmpjes, op het saaie af. Ik moest mijn zoon overhalen om in de achtbaan te gaan. Hij bedankte me na afloop uitvoerig. Zoiets cools had hij nog nooit meegemaakt. Dat voelde goed.
Er was daar ook een klassieke carrousel. Een antieke zelfs, gebouwd in 1897. Vroeger werd hij aangedreven met stoom, tegenwoordig met elektriciteit. We klommen alle vier op de houten paarden die op en neer gingen, en draaiden een paar rondjes mee. Na afloop was ik misselijk. Ik moet even op een bankje gaan zitten, terwijl de rest slush puppies ging halen. Naast me kwam een grijzende man zitten, die met zijn kleinkinderen op stap was. Lekker rustig vandaag, zei hij tegen mij, terwijl hij zijn bril schoonmaakte. Ik knikte vriendelijk en spoedde me toen naar mijn gezin.