Ik wilde jarenlang Trent Reznor worden. Nu zet ik Nine Inch Nails
op als mijn zoon achter in de auto in slaap valt. Het volume terug naar nummer
negen, want hij mag niet wakker worden. Ik mag niet in slaap vallen.
We zitten bij mijn vader in de tuin. Hij heeft tompoezen
gehaald bij de Jumbo. Wist je dat de Jumbo op Tweede Pinksterdag pas om twaalf
uur opengaat? Ik heb een half uur op dat bankje daar gezeten, zegt mijn vader. Mijn
zoon speelt met mijn oude blokjes. Ik werk de tuin bij. Het onkruid woekert
tussen de tegels. Het staat voor ook weer helemaal vol met zevenblad, zegt mijn
vader. Dus als je nog zin hebt? Hij rookt een sigaret. Hij vertelt dat de
buxushagen van de buren zijn doodgegaan, helemaal kaal, ga maar kijken. De hele
omgeving is getroffen door de buxusrups. Het is een plaag, die buxusrups. Het
was laatst nog op het nieuws.
Ik vertel dat ik een halve marathon ga lopen. Doe je dat
voor je gezondheid? vraagt mijn vader. We praten over zijn gezondheid. Mijn
zoon wil dat ik de oude treintjes van zolder haal en als ik dat heb gedaan, zegt
mijn vader dat we ze wel mogen meenemen, die treintjes, want hij speelt er toch
niet meer mee, het zou hem eerlijk gezegd verbazen als ze nog rijden, dus een
uur later rijd ik terug naar huis met een doos vol oude treintjes achterin en mijn
zoon die vraagt of er alsjeblieft andere muziek op mag.