Ik leverde mijn kind in bij de deur van het kinderdagverblijf.
Ik heb soms last van hooikoorts, maar ik hield mijn hoest in.
Bij bakker moest ik buiten wachten op mijn beurt.
Bij de Primera moest ik vanaf de drempel mijn hoofd naar binnen steken en inschatten of ik de negende klant was of niet.
Ik liep met een boog om mensen met mondkapjes heen.
Ik liep over stukken tape in allerlei felle kleuren. De tape zat op stoepen en vloeren. Mijn dochter had gezien dat er overal tape op de grond zat. Plakband noemde ze het.
Dat is voor het anderhalvemeter-spel, zei ze.
Dat is voor het anderhalvemeter-spel, zei ik.
Laten we gaan spelen.