Ik pompte mijn banden op en fietste naar het theater. Ik was ruim op tijd en de zaal was al open, dus ik ging alvast naar binnen. Naast me zat een oudere man met een baard. Hij sprak Engels tegen een andere man. Na even luisteren concludeerde ik dat het een Amerikaan moest zijn. Ik las wat willekeurige zinnen van het programmablaadje dat ik bij de ingang had gekregen. Toen draaide de Amerikaan zich naar mij. Hij vroeg welke taal er in de voorstelling gesproken werd. Hij hoopte niet dat het in het Deens zou zijn. Hij begon over Borgen en dat hij gefascineerd was door het rare taaltje dat de mensen in die serie spraken. Helemaal niks kon hij daarvan maken. Ik zei dat de voorstelling in het Engels was en Nederlandse ondertitels had. Ik zei ‘subtitles’, omdat ik het Engelse woord voor boventitels niet kende. Hij lachte vriendelijk en begon weer over Borgen. Ik knikte en zei niet dat ik Borgen nog nooit had gezien. Toen hield hij op met praten en begon de voorstelling. Toen die klaar was, ging ik gelijk naar buiten, en toen ik op mijn fiets zat en kracht op de trappers zette, brak de ketting af.