Ik had drie keer achter elkaar de verkeerde pincode ingetoetst en toen was de pinpas geblokkeerd. De man achter het kogelvrije glas bij de Shell vertelde me dat. Hij zei: ‘Je moet nu met je eigen pas betalen, deze is geblokkeerd.’ Hij glimlachte erbij.
Ik had de benzine willen betalen met de pinpas uit het dashboardkastje van de Greenwheels. Om de pincode te achterhalen moest ik de pinpas uit zijn elektronische houder halen. Vervolgens verscheen op het schermpje drie seconden lang de pincode. Deze noteerde ik in mijn telefoon, net als de kilometerstand, want ook die moet je invoeren bij het betalen. Maar nu was de pinpas uit de Greenwheels dus geblokkeerd.
Ik stopte mijn eigen pinpas in het apparaat en toetste mijn eigen pincode in. Na twee cijfers begon ik te twijfelen. Had ik de zes en de drie omgedraaid? Ik gokte de volgende twee cijfers. De code bleek fout. De tweede keer drukte ik in blinde paniek op zomaar vier cijfers. Deze poging mislukte ook. Ik zei tegen de man achter het kogelvrije glas dat ik even op adem moest komen en liep naar een statafel bij de koffieautomaat. De man lachte nu niet meer.
Het lukte niet mijn eigen pincode te herinneren. Ik bewoog mijn vinger in de lucht boven een imaginaire pinautomaat, maar ik raakte in de war. Ik zocht in mijn portemonnee naar een andere betaalkaart. Sinds kort hadden we een gezamenlijke rekening. Daarvan had ik een pinpas gekregen, maar die code had ik nog niet uit mijn hoofd geleerd. Ik overwoog naar huis te bellen. Ik herinnerde me dat ik ook een creditcard had. Die code wist ik nog wel. Het was een simpele code, deelbaar door honderd.
Met handen vol angstzweet betaalde ik. De benzine kostte vijfenvijftig euro. Terug in de Greenwheels controleerde ik de code van de geblokkeerde pinpas. Ik had hem fout overgeschreven in mijn telefoon. Een acht was een zes geworden. Cijfers maakten me onrustig. Ik reed met mijn volle tank over de A10 naar huis, veel harder dan eigenlijk mocht.