Breda

Het parkeerterrein bij het crematorium in Breda was bijna helemaal leeg. Ik zette de Greenwheels in het vak dat het verst van de ingang was verwijderd. We waren er drie kwartier voor tijd. In de ontvangstruimte zat alleen een groepje oude mensen. Wij mochten doorlopen. De familie wachtte in een speciale kamer. De aula stroomde langzaam vol. Er waren veel mensen gekomen, maar ik kende, op mijn eigen familie na, niemand. Mijn vader hield een toespraak, waarin hij vertelde dat zijn broer graag klokken bouwde. Hij zei dat zijn broers eigen klok helaas voorliep. Er lag een uurwerk op de kist. Na de dienst moesten wij gelijk naar huis, want ik moest ’s avonds een voorstelling zien in Amsterdam. Met de Greenwheels scheurde ik door het centrum van Breda. Meerdere wegen die naar het station leidden, waren afgezet. Ik had geen idee hoe ik er nog kon komen, zonder een heel stuk te moeten terugrijden en dan zouden we te laat komen voor onze extra snelle trein. In een wanhoopspoging negeerde ik drie keer een bord met de tekst ‘doorgaand rijverkeer gestremd’ en ik reed tegen het verkeer in door een eenrichtingsstraat. Ik kwam precies voor het station uit en zette de Greenwheels op zijn plek. We renden het station in. Ik moest lachen omdat we het toch gehaald hadden. We hadden zelfs nog tijd over.

19 februari 2014