Als je in Google Maps Willem de Zwijgerlaan 377 intikte en
dan het gele mannetje van Street View met de muis oppakte en op de gemarkeerde
plek liet neervallen, dan zag je een jonge man met donkere kleren en een fiets
aan de hand de straat oversteken. Zijn gezicht was onherkenbaar gemaakt. Die
jonge man was ik.
De foto was gemaakt in september 2017. De donkere kleren
heb ik nog steeds, maar die fiets niet meer. Op mijn nieuwe fiets zitten twee
kinderzitjes in plaats van die ene op de foto van Google. Vanwege mijn geblurde
gezicht was het niet te zien of ik die dag blij of verdrietig was. Ik was op
weg naar het kinderdagverblijf een stukje verderop op de Bos en Lommerweg. Een van
de leidsters daar kreeg later een niet goed vastgemaakt opklaphekje van een kinderbedje
in haar nek, toen ze een van de baby’s probeerde te behoeden voor een val van
twee meter. Ze hield er een hersenschudding aan over en, bleek later,
blijvende schade aan bepaalde zenuwen. Ze is nooit meer teruggekomen.
Toen ik vanochtend in Google Maps Willem de Zwijgerlaan 377
intikte, was ik spoorloos verdwenen. Ik heb hetzelfde kruispunt van alle kanten bekeken
maar ik was nergens meer te bekennen. De foto’s die Google nu gebruikt zijn van
mei 2018. Het kinderdagverblijf staat er nog wel, maar in mei was die ene
leidster daar ook niet meer.
Ik heb nog een uurtje op Street View door de naburige
straten gedwaald op zoek naar mezelf, misschien wel op mijn nieuwe fiets met twee
kinderzitjes, maar ik kon mezelf niet vinden. Ik ging naar mijn huis en keek
vanaf de straat omhoog. Door de reflectie in de ramen kon ik niet naar binnen
kijken. Waarschijnlijk zat ik daar gewoon. Toen kreeg ik een raar gevoel. Ik
stond op van mijn computer en liep naar het raam. Ik keek naar de straat beneden. Niemand te zien.