Ik zette samen met mijn zwager een commode in elkaar. Een van de vier lades had een ingescheurd plaatje, waarmee de lade vastklikt in de ladegeleider. Verder, verzekerde mijn zwager me, was de commode nog in prima staat. Ik zag het scheurtje niet eens. De lade klikte ook gewoon vast.
Ik ging naar boven en werkte een paar uur op mijn computer. Af en toe hoorde ik beneden iemand hard lachen. Na een tijdje hoorde ik niemand meer lachen. Toen ik weer beneden kwam, was er niemand thuis. Ik liep naar de commode. De kat lag er languit op, met zijn hoofd richting de laagstaande zon. Ik boog voorover en begroef mijn gezicht in de vacht. Het voelde zacht en warm en de kat was helemaal niet bang en bleef minutenlang geruisloos liggen. Ik was ook niet bang.