Tussenjas

De brug stond open. Ik was al tien minuten te laat van huis vertrokken. Nu moest ik me zeker in het zweet trappen om nog op tijd in het theater te arriveren.

Ik droeg mijn zomerjas. Ik wilde eigenlijk mijn winterjas aandoen, want ik had gelezen dat het vannacht maar drie graden zou worden. In de haast bij het vertrek had ik toch weer mijn zomerjas aangetrokken. Terwijl de brug omlaag kwam, bedacht ik me dat ik een tussenjas nodig heb. In mijn hoofd herhaalde ik het woord tussenjas.

Ik ging op de trappers staan en haalde iedereen in, die voor mij voor de brug had staan wachten. Op het stuk tussen de brug en het theater zag ik drie bierfietsen.

4 mei 2014