Het was net donker geworden en ik stond bij de tramhalte, toen ik vijf knallen hoorde en ik dacht eerst dat het vuurwerk was, maar toen ik keek naar waar het geluid vandaan kwam, ergens dertig meter verderop de straat, precies naast ons huis, toen zag ik een schim weghollen, het parkje in, en ik hoorde anderen roepen en toen zag ik de deur van een geparkeerde auto openstaan en auto’s op straat remden en toen zag ik waarvoor ze remden, een man kroop over straat, hij sleepte zich moeizaam voort, alsof hij aangeschoten wild was, en ik stond bij de tramhalte te kijken en ik wist niet wat ik moest doen, ik durfde niet te gaan kijken, ik wachtte tot anderen gingen kijken en toen kwam de tram en ik stapte in, maar vijfentwintig meter verder stopte de tram weer, want de man lag inmiddels op de trambaan en links en rechts kwamen politieauto’s met sirenes rijden en de trambestuuder riep om dat we voorlopig wel niet meer verder zouden rijden dus ik stapte voor mijn huis weer uit en nu kon ik de man beter zien, hij lag op zijn rug en had zijn telefoon in zijn hand, waarmee hij alles leek te filmen, en zijn andere hand lag op zijn been en zat helemaal onder het bloed, felrood was het en het glinsterende in het licht van de lantaarnpaal, en een agent zette de hele straat af met politielint, mensen maakten foto’s en filmpjes en ik app’te ik mijn afspraak dat het iets later zou worden.