Stroomstoring

Ik zat in een van de weinige treinen die nog reed na een stroomstoring tussen Amsterdam en Den Haag. Op Schiphol moest ik overstappen. Ik moest een half uur wachten. Dus ik besloot iemand te achtervolgen.

Door de ontvangsthal liep een opvallend stel. Hij zag eruit als een junk. Zij was ook niet al te aantrekkelijk en trok met een chagrijnige kop een gigantische koffer achter zich aan. Haar vriend was ziedend. Al lopende schold hij haar de huid vol in een taal die ik niet kon thuisbrengen. Ik volgde op een afstandje.Toen ze bijna bij de roltrappen waren, gaf hij haar een harde duw. Ze viel op de grond. Hij hief zijn handen ten hemel en riep iets wanhopigs. Even leek het of hij zijn vriendin zou gaan slaan. Maar dat gebeurde niet. Ik stond half achter een pilaar verscholen te kijken. Er volgde meer gescheld en ook de vrouw riep iets met een krassende stem. Toen verschenen er twee treinconducteurs. De een greep de man bij zijn arm, de ander vroeg in het Engels wat er aan de hand was. Ik verwachtte een beetje dat de man nu echt agressief zou worden en om zich heen zou gaan slaan. Maar ook dat gebeurde niet. De conducteurs hielpen de vrouw overeind en vroegen of alles goed was. De vrouw keek boos en zei geïrriteerd dat alles goed was. Het stel liep hoofdschuddend door. Ik volgde ze tot aan de douane maar ze zwegen allebei en er gebeurde niks meer.

Daarna achtervolgde ik nog even een gezin met een grote, dikke dochter van een jaar of vijftien die zuchtend achter haar familie aansjokte. Toen ging mijn trein naar Den Haag. Ik bezocht een theaterfestival en zag twee voorstellingen. De een was erg goed, de andere niet zo.

7 juli 2014