Voor de tweede keer die dag begon een apparaat in huis zichzelf aan en uit te zetten. ’s Ochtends was het de oude combimagnetron die klikkend en zoemend aan en uit ging. Ik kwam uit bed en drukte op knoppen zonder dat er iets gebeurde. Toen rook ik een brandlucht. Ik trok de stekker uit het stopcontact.
’s Middags na een wandeling hoorde ik een vreemd geluid uit de woonkamer komen. Het kwam van de CD-speler die we al jaren niet meer gebruikten. Hij ging uit zichzelf aan en uit. Op het display verschenen om en om de woorden ‘hello’ en ‘goodbye’. De laser maakte een tikkend geluid. Knoppen werkten niet meer. Ik trok de stekker eruit.
‘Is dit nou een klopgeest?’ vroeg mijn vrouw. Ik zocht ‘klopgeest’ op op internet en zei dat dat best eens zou kunnen.
We keken heel de avond televisie. ’s Nachts, toen we in bed lagen, begon het hard te regenen. Er was ook onweer, heel dichtbij, want tussen de bliksem en de donder zat nauwelijks een tel. Ik herinnerde me dat mijn ouders vroeger alle stekkers uit de stopcontacten haalden zodra het begon te onweren. Ik bleef liggen. Voor onweer ben ik nooit bang geweest.