Spelletje

Ik interviewde een actrice. We zaten helemaal achter in de schouwburg, in de ‘green room’. Hier kunnen, zo werd mij uitgelegd, acteurs uitrusten als ze niet nodig zijn op het toneel. De green room werd ook gebruikt om interviews in af te werken. In de green room lag een hoogpolig, paars tapijt. Ik had het met de actrice over de foto’s die ze maakte. Ze had er een aantal op haar blog gezet. Ik noemde het een hobby. Ze zei dat het vreemd was dat het woord ‘hobby’ zo’n negatieve klank heeft. De actrice begon vragen aan mij te stellen. We konden niet op de naam van een uitgeverij komen.

Ik fietste terug naar huis en reed een hele tijd achter een vrouw aan. Toen de vrouw een klein beetje langzamer ging fietsen, ging ik ook een klein beetje langzamer fietsen. Na een flinke omweg kwam ik thuis. Ik was moe van het fietsen.

‘s Avonds moest ik het interview uitschrijven, maar in plaats daarvan speelde ik een computerspelletje. Het heette Brainyplex en was een remake van een oud computerspelletje dat ik vroeger heel veel had gespeeld met een vriend van de middelbare school. Diezelfde vriend had me er onlangs in een chat op gewezen. Ik probeerde heel de avond mijn positie in de scorelijst ten opzichte van hem te verbeteren. Het lukte niet. Ik ontdekte dat mijn vriend het tegelijkertijd zat te spelen en elk uur stegen we allebei een paar plekken. Toen ik uiteindelijk in bed lag, kon ik niet slapen.

6 maart 2014