Het was niet druk bij de nachtapotheek. Er zat een man op slippers te wachten op het bankje. Een vrouw was blijven staan. Ze had haar telefoon en portemonnee in de hand. Ik had nummer 115. Nummer 112 was aan de beurt.
Het was kwart voor twaalf. Ik was naar de nachtapotheek gefietst omdat mijn zoon al heel de avond huilde. Hij had ’s middags zijn eerste vaccinaties gehad. We waren gewaarschuwd voor koorts. Maar hij had geen verhoging. Hij hield alleen niet op met huilen. Ik was bang dat hij pijn had. Daarom ging ik kinderparacetamol halen.
De vrouw met de telefoon was aan de beurt. Ze haalde een recept op voor haar kind. Daarna was de man op slippers aan de beurt. Hij kocht kinderparacetamol voor zijn dochter van vier. Het kostte een euro en vijftig cent. Hij wilde pinnen maar het pinapparaat werkte niet. Het meisje van de nachtapotheek verwisselde een kassarol. Ze keek er verontschuldigend bij en zei: ‘Dat soort dingen gebeurt altijd ’s nachts.’ Daarna was ik aan de beurt.