‘Waarschuwing! Exhibitionist’ las ik tijdens mijn wandeling op een opgehangen A4’tje. Ik was vanaf de voetbalclub van mijn kinderen het bosje ingelopen. Dat is een van mijn vaste wandelroutes.
Dit keer liep ik wat verder door dan normaal. Het was zaterdagochtend – ik had de tijd en het was prachtig weer. Het Brettenpad, zoals het daar heet, is een fijne plek om te zijn, natuur direct buiten de stad. Ook heel fijn voor stadse exhibitionisten dus.
Ik las het signalement en realiseerde me dat het enigszins overeenkwam met mij, behalve dat ik geen ‘hoedje’ draag. Ik schrok daar niet van. Het was eerder grappig. Dit moest ik thuis vertellen. Om het begrip exhibitionist uit te leggen stond tussen haakjes het woord ‘potloodventer’. Ik betwijfelde of dat wel bij iedereen bekend was.
Er stond ook een uitleg van wat er gebeurd was. Een vrouw was lastiggevallen. Zij zag ‘als zij opkeek een man staan met zijn broek naar beneden te onaneren.’ Dat laatste woord werd dan weer niet uitgelegd. De man was gevlucht, zodra ze naar hem begon te roepen. Ook stond er deze uitleg hoe te handelen: ‘Niet wegrennen, maar schreeuwen. De man doet verder niets.’
Die laatste zin ontroerde me. De man doet verder niks. Dat is wat een hondeneigenaar naar je roept, als zijn hondje opeens staat te snuffelen aan je kruis. ‘O, die is gewoon enthousiast, hij doet verder niks hoor.’ De potloodventer veranderde in gedachten van een grensoverschrijdende engerd in een overenthousiast knuffeldier.
De potloodventer deed me denken aan de kinderlokker, een ander soort vieze man, waar we vroeger allemaal bang voor waren. Ik heb nooit een kinderlokker gezien. Ook geen potloodventer trouwens, maar dat is misschien logisch. Ze bestaan wel degelijk. En ze doen natuurlijk wel iets. Ze ontnemen je je gevoel van veiligheid. Ik liep een andere route terug naar de voetbalclub.
