Het was een vrije dag en geen van ons voelde zich erg productief, dus gingen we met de meubels schuiven. Allereerst kon de box weg. Die werd al weken niet meer gebruikt. Voor de zekerheid zette ik mijn zoon er nog eens in. Hij begon direct te huilen. Het was duidelijk, de box kon uit elkaar geschroefd worden en naar boven. Het voelde een beetje als een moment om bij stil te staan, maar ook weer niet zo erg dat ik de behoefte had om er een opmerking over te maken. De schroeven kwamen er opvallend makkelijk uit.
We verwisselden een paar kastjes van plaats. Ik zette de televisie ergens anders. Daarna was ik een uur bezig met het verplaatsen van de modem en alle bijbehorende kabels. Tussen de bank en het raam creëerden we een permanente speelplek door er een speelkleed neer te leggen. Op het speelkleed stond een stratenplan afgebeeld. De vensterbank legden we vol met knuffels. Irene haalde een plant van boven en zette die op de plek waar de box had gestaan. We keken naar de plant. Het was een lelijke plant, maar het was de enige plant die we hadden. Mijn zoon wees ernaar en moest lachen. We besloten de plant te laten staan.
Aan het einde van de middag zaten we op de bank. Dingen waren veranderd, maar veel was nog hetzelfde gebleven.