Mijn zoon keek me aan en lachte. Het was niet de eerste keer dat hij dat deed, maar het was ook nog niet veel vaker gebeurd. Ik boog verder voorover, over de rand van de box. Ik maakte een geluidje en toen lachte hij opnieuw. Het lachje bestond uit piepjes en een zware ademhaling. Ik pakte de speelgoedoctopus erbij en hield het ding tussen ons in, terwijl ik geluidjes bleef maken en met de zachte tentakels tegen zijn hoofdje tikte. Nu stopte hij met lachen, maar ik ging fanatiek door met de octopus en uiteindelijk begon hij weer te lachen. Ik had pijn in mijn rug gekregen, omdat ik te lang voorover gebogen had gestaan. Maar dat mijn zoon naar me lachte, voelde erg goed. Voor mij, dacht ik een tijdje later. Ik wist natuurlijk niet hoe het voor hem had gevoeld.