Anderhalve maand geleden had ik een wild idee. Ik wilde leren naaien.
Mijn eigen kussenslopen, theedoeken, gordijnen, ja, uiteindelijk zelfs kleding, ik zou het allemaal eigenhandig gaan naaien. Het leek me geweldig om iets met mijn eigen handen te kunnen maken. Het idee paste ook in mijn hernieuwde zoektocht naar een bewust, zuinig en daardoor rijk leven.
Ik stond te popelen om te beginnen. Ik hoefde nog maar één ding te doen: de oude naaimachine van mijn vader op te halen bij hem thuis. Kom maar langs, had hij gezegd.
Toen begon de coronaquarantaine.
Mijn vader behoort tot de risicogroep, en ik had in die weken een vervelend hoestje.
Dat betekende geen naaimachine voor deze jongen.
Gisteren aan de telefoon herinnerde mijn vader me aan mijn voornemen om te gaan naaien. Hij had zelfs een goed project bedacht om mee te beginnen: mondkapjes. De Belgische ministerie voor Volksgezondheid had een tijd geleden een patroon en handleiding vrijgegeven. Dat moest toch niet te moeilijk zijn?
Ik zei dat ik er ook over na heb zitten denken om weer eens langs te komen. Het is zo lang geleden. Ik ben al lang niet meer verkouden. Volgende week gaan de kinderen weer naar school.
Wanneer is het veilig genoeg om je ouders te bezoeken?
We hoeven geen hand te geven. Anderhalve meter afstand houden we sowieso wel.
Het lijkt me goed voor iedereen.
En ik kan beginnen met mijn mondkapjes. Dat is veilig.
In België zijn ze verplicht, hier nog niet. Toch ik zie mezelf over een maand of vier wel met mijn handgemaakte mondkapje in een theater zitten. Omdat het niet anders kan.