Ik zat in de trein naar Rotterdam. Er was nog niks aan de hand. Tegenover me zat een buitenlandse student te bellen. Engels was zijn moedertaal, dat kon je horen aan het verveelde gemak waarmee hij woorden uitsprak die hij al duizenden keren eerder had uitgesproken. Ik zocht op Google naar een onbekend telefoonnummer, waarmee iemand mij eerder op de dag had proberen te bellen. Onbekende telefoonnummers neem ik niet op. Het bleek van de tandarts. Ik had me onlangs ingeschreven bij een nieuwe tandarts. Mijn oude zat in Oost en ik woonde alweer drie jaar in West. Ik was al meer dan een jaar niet op controle geweest. Mijn nieuwe tandarts heeft een buitenlandse naam. Dat viel mij op toen ik me inschreef. Toen twijfelde ik even. Een vriend had ooit een tandarts die hij niet kon verstaan en dat ging mis. Ik schreef me toch in. De conducteur riep om dat deze trein niet verder zou rijden dan Den Haag. Hij zei iets over een wisselstoring. Zuchtend stonden mensen op. Ik vroeg me af of ik mijn voorstelling nog kon halen. De buitenlandse student bleef als enige zitten. Toen ik opstond vroeg hij wat er aan de hand was. Ik legde het hem uit.