Als ik naar buiten ga draag ik geen mondkapje, maar soms doe ik mijn sjaal over mijn neus en mond. Het helpt niet tegen het virus, maar een extra beschermlaag kan ook geen kwaad.
Je ziet het niet, maar onder die sjaal lach ik. Ik voel me goed. Het zijn rare, maar niet per se vervelende tijden voor introverte mensen zoals ik. Binnen zitten en mensen op afstand houden zijn mijn twee favoriete hobby’s. Nu is het voor het eerst ook nog eens sociaal geaccepteerd!
Achter die lach, moet ik wel toegeven, gaat een zorgelijke, oude man schuil. Hij is vermoeid en maakt zich zorgen over de toekomst van zijn kinderen. Zullen zij ooit nog normaal kunnen leven? Naar school gaan. Studeren? Een baan krijgen? Een huis kopen? Zuurstof inademen?
Maar gelukkig gaat onder de laag van die zorgelijke oude man een zelfverzekerde, jongere man schuil. Hij is helemaal niet bang. Hij is gezond, productief en creatief en ziet zijn kinderen voor zijn ogen opgroeien.
Nog dieper zit mijn rationele, berekenende zelf, altijd aan het afwegen, vergelijken, risico’s inschatten. Hij probeert grip op de wereld te krijgen.
Onder die rationele man zit een kind, levend in het nu, soms bang, soms enthousiast, soms boos, maar nooit bezig met de toekomst.
Wat zit daaronder? Ik weet het niet. Vast nog een laag van mijn persoonlijkheid. En daaronder nog een. En nog een. En nog een.
Uiteindelijk kom je bij de kern, zo stel ik me voor, mijn authentieke zelf. Het origineel, waar alle lagen in de loop der jaren omheen gewikkeld zijn. Ik heb geen idee meer wie dat origineel is, als ik het ooit al heb geweten. Ik zie hem of haar nooit direct. Misschien zijn er alleen nog maar lagen.
Benieuwd welke laag ik vandaag draag als ik naar buiten ga.
Vergeet al het nieuws, negeer de ruis, kijk naar binnen, pel jezelf af.
Peer Gynt (plukt de hele ui open): Nee, ’t lukt niet verdomme. Tot aan de kern steeds fijner. Een en al lagen, gestadig kleiner en kleiner. De natuur houdt van grappen.