Licht

Ik was op tijd weggegaan van huis. Ik dacht dat ik nog wel een kopje koffie kon drinken voor de voorstelling begon. De laatste weken had ik wat slaaptekort opgebouwd. Niet zo veel dat ik de hele dag met een waas voor mijn ogen liep. Maar wel genoeg om drie uur Shakespeare in een verduisterde zaal een uitdaging te maken.

Er stonden maar een paar mensen te wachten bij de kassa’s van de schouwburg. Mijn gereserveerde vrijkaartje zou bij de kassa’s klaarliggen. Er waren twee caissières bezig. Ik koos een van de twee. Na vijf minuten was er één klant geholpen. Dat was in de andere rij. Ik schoof op naar die rij. Er kwamen twee vrouwen naast de vrouw voor me staan. ‘Er is een gigantische rij bij de bar,’ zei een van hen. Ze hadden daarom maar niks gekocht. De andere vrouw vroeg waarom het hier zo lang duurde. Er ontstond een discussie over stoelnummers en zichtlijnen. Ik schoof weer terug naar de eerste rij. Voor me legde een Duitse vrouw een perskaart op de balie, in slecht Engels vroeg ze om een vrijkaartje. Dat bleek na vijf minuten zoeken in het systeem al doorverkocht te zijn. Ik werd nu zenuwachtig. Koffie zat er niet meer in. Die gedachte had ik al opgegeven. Ik begon te vrezen voor mijn vrijkaartje. De bel had inmiddels al twee keer geluid. Vijf minuten lang werd er door twee caissières driftig gezocht in systemen en niemand geholpen. Ik wisselde nog twee keer van rij. De Duitse vrouw kreeg ten slotte een plek op een balkon die ze licht protesterend aanvaardde.

Ik werd als allerlaatste geholpen. Mijn naam stond nog in het systeem. Binnen tien seconden had ik mijn kaartje. Samen met een medewerker van de schouwburg rende ik over lege trappen naar de zaal. Achter me gingen de zaaldeuren dicht. Een van de acteurs op het podium begon al te praten. Hij kondigde aan dat het licht in de zaal de hele avond zou aanblijven. Ik stuurde onder mijn jas een bericht naar huis. ‘Welterusten,’ zei ik.

2 mei 2014