Glasvezel

Mijn moeder ging vier jaar geleden dood. We besloten dat er
iets moest veranderen. We trouwden. We kregen een zoon. We kochten een huis. Op
de dag dat we de sleutels kregen, belde ik met instanties. Ik wijzigde adressen
en abonnementen. Ik belde met KPN en vroeg om glasvezelinternet voor in ons
nieuwe huis. De vrouw aan de lijn verbond me door. Een andere vrouw aan de lijn
legde me uit dat KPN over een maand glasvezelinternet kon aansluiten in ons
nieuwe huis. Ik vroeg waarom het zo lang moest duren. Op de website las ik dat
het drie weken zou duren. ‘De kerst’, antwoordde de vrouw. ‘Kerst’, herhaalde
ik. ‘En glasvezel’, zei de vrouw. ‘Glasvezel duurt altijd langer.’ Ik vroeg of
ze een oplossing had voor de weken dat we in ons nieuwe huis zouden zitten zonder
internet, telefoon en televisie. Die had ze niet. Ik rondde het gesprek op een
vriendelijke toon af. De vrouw vroeg of ze nog iets anders voor mij kon
betekenen. Ik wilde opnieuw vragen naar een oplossing voor mijn probleem, maar
deed het toch maar niet.

We verhuisden en ik installeerde mijn computer zonder
internet. In het oude huis luisterden we muziek met Sonos. Sonos werkt niet
zonder internetverbinding. Gelukkig herinnerde ik me dat ik op mijn computer
een oud mapje had met alle muziek die ik vroeger, voordat we Sonos hadden,
downloadde. Ik draaide nummers en albums van Moloko, Sneaker Pimps, Mogwai, PJ
Harvey en MGMT. Muziek die ik vergeten was, uit tijden die achter me lagen. Ik
werd er nostalgisch van, in dat nieuwe, nog onaffe huis met die oude muziek. Ik
dacht aan mijn moeder. Ik schreef een stukje.

6 januari 2016