Ik ben een paar dagen alleen thuis met mijn dochter. Ik snijd
banaan in stukjes. We kijken naar was die ronddraait in de wasmachine. Elke
keer als we de woonkamer inlopen, vraagt ze waar mama is. Ze kleit. Ik probeer verschillende
kleuren klei uit elkaar te peuteren. Het is stil in huis als ze slaapt. Ergens ligt
nog een boek dat ik wilde lezen, ergens is nog een tv-serie die ik wilde zien. Al
die ideeën die ik nog had, waar zijn die gebleven? Ik eet de restjes banaan op
en luister naar de stilte. Soms verlang ik terug naar de stilte, hoewel ik die vroeger
altijd moest verdrijven met muziek. Soms verlang ik terug naar vroeger, hoewel
ik nu gelukkiger ben. Ik hoor gehoest, dan niks, dan weer gehoest en dan
gehuil. Ze staat rechtop in haar bed. Boos, huilen. We kijken naar de papegaaien
op de muur. Als we tegelijk hoesten, moeten we daar hard om lachen. Daarna
verschoon ik haar luier.