Circus

Tussen de regenbuien door liepen we naar het park. Ik vond het belangrijk om iedere dag buiten te komen, al was het maar heel even.

Er stond een circus in het park. Het heette ‘Magic Circus’. Bij de ingang stonden ouders met kinderen. De kinderen waren jong, maar het waren geen baby’s meer. Er stond een houten snoepkraam in van die afgebladderde circuskleuren. We zagen een kooi met geitjes in het gras achter de tent. Ik zei dat ze daar waarschijnlijk het voedsel voor de leeuwen bewaarden. Maar de grap mislukte. Ik zei dat ik in heel mijn leven nog nooit naar het circus was geweest en dat ik dat nooit als een gemis heb ervaren. Clowns vond ik zelfs als kind al onaangenaam. ‘Misschien over een paar jaar,’ zei Irene. Ik huiverde.

Thuis aten we pizza. We keken naar het Eurovisie Songfestival op televisie. Een vrouw met een baard won. Ik dronk champagne. Buiten regende het de hele tijd en ik voelde me goed.

12 mei 2014