Ik zocht een boek. Op internet had ik aardige dingen gelezen over dit boek en de schrijver ervan was iemand met wie ik wel eens contact had op Twitter en met wie ik me wel kon identificeren, dus ik dacht: laat ik zijn boek eens aanschaffen. Het was toevallig boekenweek, dus dat kwam goed uit. Dan had ik gelijk het Boekenweekgeschenkboekje van Dimitri Verhulst. Van hem las ik ooit De helaasheid der dingen. Dat vond ik een mooi verhaal. Daarna las ik niks meer van hem.
Ik moest op een maandag in Den Haag zijn. Na mijn afspraak liep ik naar de dichtstbijzijnde boekhandel, die op een hoek van twee straten, niet ver van het centraal station. Toen ik voor de deur stond, bleek de winkel verdwenen. Niet gesloten, maar helemaal weg. Door de ramen waren de kale, betonnen muren zichtbaar. De winkel was verhuisd naar het Spui, stond op internet.
De volgende dag had ik weer een afspraak in Den Haag. Om twee uur was ik klaar. Ik liep naar het centrum. De zon scheen. Op het Spui zat inderdaad de boekhandel. Bij de deur stond een groot bord met Dimitri Verhulst die van de week kwam signeren. Ik zocht heel de winkel af, maar het boek dat ik zocht hadden ze niet.
Woensdag was ik vrij en ik liep met mijn zoon in de kinderwagen naar de boekhandel bij ons in de straat. Ook daar was het boek niet te vinden. Ik vroeg ernaar bij de kalende man achter de toonbank. Hij keek in zijn computer. Ja, hij had het boek toevallig klaarliggen voor iemand die het had besteld, maar nee, verder niet op voorraad. Wilde ik het anders ook bestellen? Ik zei dat ik eerst even verder keek. De man vertelde me ongevraagd dat die avond Dimitri Verhulst kwam signeren in de winkel. Hij had nog een gaatje vrij gevonden in zijn drukke agenda deze week. Ik was bij deze uitgenodigd. Ik bedankt hem en ging boodschappen doen.
Donderdag, de Boekenweek was alweer over de helft. Het was mooi weer en ik was wederom vrij. Ik ging met de kinderwagen op pad. Dit keer naar de Kinkerstraat. Dat was ruim een half uur lopen, maar het was een mooie wandeling langs de Admiralengracht. Mijn zoon zag een poes voor een raam zitten en wees ernaar en zei ‘miauw’.
In de boekhandel in de Kinkerstraat hadden ze precies één
exemplaar van het boek dat ik zocht. Het stond op een plank met tips van de medewerkers. Ik pakte het snel en liet het niet meer los. Ik rekende af bij een zenuwachtig meisje dat vergat om me het Boekenweekgeschenkboekje te geven. Ik durfde er niet naar te vragen.
Toen ik met de kinderwagen weer buiten stond, kwam ze me achterna.