We gingen met een Greenwheels rijden. Onderweg besloten we naar Volendam te gaan. De plek was niet belangrijk. Het had ook Marken of Zaandam of IJmuiden kunnen zijn. Ik had nog nooit autogereden met een baby achterin. Dit was een testrit. Ik had een kwartier met het zitje staan hannesen, voordat we konden vertrekken. Volendam was ik nog nooit geweest, dus dat leek me een goed doel.
We parkeerden. We liepen met de kinderwagen over de dijk. Daar herinnerde ik me dat ik toch al eens eerder in Volendam was geweest. Ik was het alleen vergeten. Dat was niet zo vreemd, want Volendam bleek een van de lelijkste dorpen die ik ooit had gezien en onmiddellijk weer was vergeten. Ik dronk een tomatensap in café Catharina. Irene nam een Spa Rood. Een toerist duwde een iPad in mijn handen en vroeg me een foto te maken van zijn groep. Mijn zoon sliep de hele tijd. Het kwam niet in mij op om foto’s te maken van ons eerste uitje met de auto.
Op de terugweg stonden we in de file, maar dat was niet erg. Hij sliep nog steeds en wij hadden alle tijd.