Mijn tweeënveertigste verjaardag kondigde zich aan en ging voorbij. Dit is het leven van een middelbare man. Er is steeds minder tijd. Het wordt steeds moeilijker om uitgebreid te genieten van schoonheid, geluk en het absurdisme van deze wereld. Ook een groot deel van de tijd die ik vroeger reserveerde voor eenzaamheid en angsten lijkt me langzaam te ontglippen. Daar ben ik niet onverdeeld gelukkig mee, merk ik. Deze twee bronnen van creativiteit mis ik nu soms.
Mijn dochter vond mijn verjaardag spannender dan ik, geloof ik. Ze vroeg de hele dag hoe ik mijn verjaardagsfeestje vond. Ik heb een hekel aan feestjes, of eigenlijk ben ik er bang voor. Feestjes tasten de comfortabele beschermlaag aan die het ritme van het dagelijks leven mij geeft. Ik wil liever niet blootstaan aan wat zich daaronder bevindt. Er was geen feestje. We zaten wel op een boot. We voeren over een loch in Schotland, rondom het eiland Kerrara en we zagen zeehonden en dolfijnen. Er bleef een prettige afstand tussen de dieren en ons. De zee was die dag rustig, ik werd tweeënveertig en was niet bang.